Met mijn laatste € 20,- kocht ik een tentje waarin ik 1,5 jaar met mijn hondje heb gewoond

Ik open de Zoom meeting op het tijdstip dat we hebben afgesproken en een goedlachse dame begroet me aan de andere kant van het scherm. Kitty; midden 40 en niets aan haar straalt uit dat ze van ver komt. En dan bedoel ik ook écht van ver!

Op Facebook kwam ik een opmerking van haar tegen die me nieuwsgierig naar de persoon achter het profiel maakte en ik vroeg of ik haar mocht interviewen.  Dat wilde ze best, maar wel anoniem. Kitty is dus niet haar echte naam. Op het moment dat we elkaar voor het eerst op camera zagen, had ik me niet kunnen bedenken dat ik twee uur later met tranen in mijn ogen zou zitten met alleen maar respect en bewondering. Ik wil dit verhaal persé delen, omdat ik ervan overtuigd ben dat het verhaal van Kitty veel mensen kan inspireren en motiveren om door te gaan.

Het verhaal van Kitty

Mijn jeugd heb ik doorgebracht in een streng gereformeerd dorpje in Zuid-Holland. Met een vader en moeder die zacht gezegd niet het beste huwelijk hadden waren die jaren thuis verre van makkelijk. Ik zal je de details besparen, maar neem van me aan dat het meer leek op een spannende film. Zo eentje waarbij je denkt “wie verzint zo’n script?” Dat bizarre script was mijn dagelijkse leven.

Ik was dan ook blij dat ik mijn vriend leerde kennen en op 22 jarige leeftijd ben ik gaan samenwonen. Wat een verademing! De eerste jaren gingen prima. We hadden een relatie zoals je die om je heen zo veel ziet. Geen gekke uitspattingen.

Na een jaar of vijf ben ik naar de huisarts gegaan omdat ik me al een tijdje niet zo lekker voelde. Hij stuurde me door naar een specialist en na enkele onderzoeken bleek er iets mis met mijn lever te zijn; een tumor. Gelukkig goedaardig, maar dit zou niet de oorzaak van mijn klachten kunnen zijn. De arts vermoedde dat er meer aan de hand was. Hij bleek gelijk te hebben. Ik kreeg de diagnose ‘ziekte van Crohn.’

Na een keer slikken vroeg ik de dokter: “Ga ik er dood aan?”

“Nee, maar je leven zal wel anders worden.”

“Dat is dan maar zo! We gaan er gewoon voor!” 

Ik kreeg een mevrouw aan mijn bed die met me wilde praten. Vermoedelijk heeft het ziekenhuis hiervoor gezorgd. Ze vroeg me hoe ik met deze ziekte om zou gaan en wat het met me deed. Haarfijn heb ik haar toen verteld dat ik haar hulp niet nodig had, dat ik het graag zelf wilde doen en als ik er behoefte aan zou hebben, ik haar zelf wel zou benaderen. 

Uiteindelijk heb ik het ook allemaal zelf gedaan. Ik heb een hekel aan grienen. Dat lost niets op. Ik kan me ook altijd verschrikkelijk storen aan mensen die lopen te klagen. Weet je wat ik vind? Zolang ze nog kunnen klagen, zal het probleem niet erg genoeg zijn. Anders zou je het wel aanpakken en er iets mee doen. 

Afijn, terug naar het ziekenhuis. Mijn man kwam bij me op bezoek toen ik was geopereerd. Ik trok de dekens weg en liet hem mijn splinternieuwe stoma zien. “Daar heb ik geen zin in en dat kan ik ook niet handelen!” waren zijn woorden. Hij liep de ziekenhuiskamer uit en liet me vol ongeloof achter. 

Nog drie maanden heb ik bij hem in huis gewoond. Ik heb alles op alles gezet om eigen woonruimte te zoeken, maar helaas lukte dat niet binnen die tijd. Mijn man vond dat het lang genoeg geduurd had en zette me op straat. Vanaf dat moment was ik officieel dakloos.

Van mijn laatste € 20,- heb ik een tentje gekocht en ben daar samen met mijn hondje in gaan wonen. Comfortabel was het uiteraard niet, maar ik zat droog. Gelukkig had ik, toen ik nog bij mijn man woonde, voldoende voer voor de hond gekocht. Hij zou in elk geval wel een tijdje vooruit kunnen en hoefde niet te lijden onder mijn sores.

 Zoals altijd wilde ik ook dit zelf oplossen. Na 5 dagen zelf niet te hebben gegeten was er maar één oplossing; ik ging met de hond mee-eten. Eerlijk gezegd viel dat best mee. Het was wat droog, maar zeker wel te doen. 

 Ben je benieuwd hoe het verhaal van Kitty verder verloopt? Lees dan ook mijn blog van volgende week.

Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief